Zware straffen voor jong geboefte
Als je Manhatan nadert is het eerste wat je ziet de galg van Nieuw-Amsterdam
In de tijd dat Manhatan speelt, werden jongeren die niet deugden zwaar gestraft. Lees de oude tekst hiernaast maar eens
Als pijnlijke lijfstraffen (zoals stokslagen) niet hielpen werden veel jonge dieven dus gewoon opgeknoopt!
Het Rasphuis
In Nederland werden in die tijd speciaal voor jong geboefte Rasphuizen gebouwd, een soort tuchthuizen. Peye, de held van het verhaal, is doodsbang dat ze hem daar heensturen!
In het Rasphuis in Amsterdam (zie het plaatje rechts) moest je de hele dag keihard hout raspen. Je kreeg een ijzeren ketting om je benen zodat je niet kon weglopen. Zwaar werk, en dat jaar in, jaar uit... net zolang tot de baas vond dat je weer deugde.
Het hout had een kleurtje en het kwam uit Brazilië. Daarom werd het Brazielhout genoemd. Een andere naam was verfhout, want van het zaagsel kookten ze verf.
Houten Paerd
Aan de overkant van de oceaan, in Amerika, in Nieuw-Amsterdam dus, waren de straffen ook verschrikkelijk. Voor sodomie werd al gauw de doodstraf uitgedeeld; zelfs het slachtoffer werd afgeranseld.
Omdat slavenjongen Manuel was weggelopen moet hij voor straf twee dagen op het houten paerd zitten. Dat gebeurde ook in het echt vaak.
Zo'n paard was een driekantige balk met een scherpe bovenkant, zie dit plaatje Je werd erop gezet en dan werd een zware kogel aan je voeten gehangen, zodat je extra naar beneden werd getrokken.
Geen wonder dat Manuel wraak wil nemen op de blanken, als hij eindelijk weer op zijn voeten kan staan.
De herberg Het Houten Paerd, die in het boek voorkomt, heeft echt bestaan. De herberg stond op de hoek van het Marckvelt en de Brouwerstraat. De eigenaar was een ex-soldaat die ook voor straf op het paard had moeten zitten, en uit woede ontslag uit het leger had genomen.
Indianen
Bij de indianen ging het heel anders aan toe. De sterkste doet wat hij wil, schrijft David de Vries, die er in die tijd woonde. 'Elck is sijn eighen rechter".
Hij schrijft er verbaasd bij dat "hoewel sy sonder eenige straffe des quat-doenders leven, soo geschieden niet vierendeel soveel schelmerije ende doodslaghen onder haer als onder de Christenen" (hoewel zij boosdoeners niet straffen, plegen de indianen nog geen kwart van het aantal misdaden en doodslagen dat zich bij de Christenen voordoet).
Maar in oorlogstijd was het andere koek. Gevangen vijanden werden vreselijk gestraft. De Vries was er getuige van hoe de indianen een vijand aan een boom bonden waarna zij hem zijn nagels uittrokken.
Zacht vuurtje
Het gebeurde ook wel dat zij "geheele Vinghers" afsneden, waarna de gevangene levend werd verbrand, "met een lancsam Vyer... ende dan eten sy se op" (op een zacht vuurtje... en dan eten zij hem op).
De gewone man kreeg de arm en de billen, "maer de Oversten eten het hooft".
Eet smakelijk!
Meer weten?
Wil je meer weten? Bestudeer zelf de bronnen (boeken en artikelen), die schrijver Rob Ruggenberg over dit onderwerp heeft gelezen.
|